Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Zich kerende naar de discipelen, zeide Hij [tot hen] alleen: Zalig zijn de ogen, die zien, [32]hetgeen gij ziet. 32. Namelijk de Christus of Messias in het vlees nu geopenbaard, en zijn ambt bedienende, Joh.8:56; Hand.2:25; 1 Petr.1:8, enz.